Trainen met vermogensmeter.

afdaling_eifel_wielrennen

Het is simpelweg de meest efficiënte en effectieve manier van trainen, dus voor hen die het maximale uit zichzelf willen halen, op welk niveau dan ook.

Natuurlijk kun je ook gewoon op je gevoel trainen of met een hartslagmeter, maar dat is heel onnauwkeurig. Trainen met een vermogensmeter is daarentegen heel erg nauwkeurig en kan daardoor heel doelgericht zijn

Het trainen met een vermogensmeter vraagt wel om een beetje basiskennis van verschillende cijfers die gemeten en berekend worden door de vermogensmeter.

  1.  Real time vermogenswaardes:
    Op het moment dat je begint met fietsen produceert je vermogensmeter elke seconde nieuwe waardes. Deze waardes fluctueren heel erg en geven eigenlijk voor het moment geen relevante informatie en kunnen daarom nogal verwarrend werken.
    Tijdens een training weet je genoeg als je het 3s of 10s gemiddelde in beeld hebt. Meestal gaat het juist om gemiddelde vermogen tijdens een interval en is het vermogen op het moment alleen nodig om een gelijkmatig interval te rijden.
  2. FTP of ADV:
    Functional Threshold Power of Anaerobe Drempel Vermogen. Het eerste begrip werd door Andrew Coggan geïntroduceerd, de Nederlandse variant door Guido Vroemen.
    Dit is het vermogen dat je gedurende 1 uur maximaal kan leveren. Deze waarde gebruiken we als referentiepunt om de verschillende trainingszones te berekenen.
    Hoe kom je achter je FTP? In de praktijk gebruiken we daarvoor de 20min test, een tijdrit van 20 minuten met het maximale vermogen dat je die 20 minuten kan volhouden. Vervolgens trek je 5% van het gemiddelde vermogen over die 20 minuten af, et voila, jouw FTP. Bijvoorbeeld als je gemiddelde vermogen tijdens de test 250Watt is, dan is je FTP 238Watt.
  3. NP:
    Normalized Power , dit is het gewogen gemiddelde van je geleverde vermogen.
    Alleen het gemiddelde vermogen geeft eigenlijk geen goed beeld van de zwaarte van een training, omdat het geleverde vermogen nogal variabel is. Soms even berg op, dan weer berg af of stukjes tegenwind en rugwind. Deze variabiliteit wordt via een ingewikkelde formule meegenomen in dit gewogen gemiddelde, de Normalized Power.
    De totale fysiologische belasting wordt door dit getal beter weergegeven. Met name voor duur- en hersteltrainingen is het belangrijk dit cijfer in de gaten te houden, de NP moet het liefst binnen de juiste zone blijven.
  4. TSS:
    Training Stress Score, dit is een waarde die de totale belasting van een training weergeeft. In dit getal zijn de bovenstaande waardes plus de tijdsduur verwerkt. De verhouding tussen FTP en NP zegt iets over de intensiteit van de training en in combinatie met tijdsduur resulteert dit in de totale belasting.
    Dit getal is vervolgens het uitgangspunt voor het opstellen van de Performance Management Chart (PMC), waarin je de getraindheid, de vermoeiheid en de fitheid kunt volgen. Hierover later meer.

Binnenkort meer over het trainen met vermogensmeter in de praktijk en uitleg over het interpreteren van de verzamelde gegevens.