Fietsen met een vermogensmeter is voor iedereen.

Inmiddels is de vermogensmeter standaard op de fiets van wielerprof. Trainen en vooral ook racen met een vermogensmeter als hulpmiddel is niet meer weg te denken uit de wielersport en de triathlonsport.

Denk eens terug aan de touretappe met finish op de Mont Ventoux in 2013, die werd gewonnen Chris Froome. Als Froome zijn beslissende aanval plaats zie je hem voortdurend naar zijn stuur kijken, inmiddels een welhaast karakteristieke houding, hier kijkt hij naar zijn actuele vermogenswaarde. (Froome aanval Ventoux 2013) Hij weet precies wat hij kan qua vermogen en hij zoekt precies dat maximum op.

 

De techniek: een kort natuurkunde lesje:

arbeid-vermogenVrijwel alle vermogensmeters maken gebruik van zgn. rekstrips om uiteindelijk tot vermogen te komen. Het principe is vrij eenvoudig eigenlijk, ik zal een korte uitleg geven met de StagesCycling cranck als voorbeeld.
Stages Cycling maakt gebruik van een rekstrip die op de binnenkant van de linker cranck wordt geplakt en meet vervolgens de vervorming van de cranck tijdens het trappen. De elektrische weerstand van de rekstrip verandert daardoor voortdurend en dat is meetbaar met een ampèremeter. Op basis van die vervorming, van dat elektrische signaal, wordt de uitgeoefende kracht berekend, kracht en afgelegde afstand leveren arbeid/energie in Joule. Met arbeid/energie in Joule gedeeld door tijd komen we dan uit bij vermogen. In het geval van Stages Cycling vermenigvuldigen we dat maal 2 (we meten immers alleen de linker kant), en zien vervolgens de resulterende waarde op onze fietscomputer.
Bij de diverse andere systemen wordt ook steeds gebruik gemaakt van rekstrips, bij Powertap in de achternaaf bijvoorbeeld, bij het Garmin Vector pedaalsysteem in het pedaal. Verder zijn er nog systemen van SRM, Power2max, Rotor, Quarq etc..

 

Trainen in het algemeen:

Trainen is een middel, een manier om jezelf te verbeteren, om uiteindelijk beter te presteren. Het prikkelen van je lichaam op een afwisselende manier zodat je steeds verbeterd.
En natuurlijk wil je juist die aspecten verbeteren die je nodig hebt voor de sport die je bedrijft. Bij wielrennen gaat het dus hoofdzakelijk om het verbeteren van het uithoudingsvermogen van de verschillende energiesystemen, anäeroob of äeroob. Maar ook andere aspecten zoals snelheid, kracht, lenigheid en coördinatie kunnen getraind worden. Bij schaatsen verschuift het zwaartepunt iets meer naar de andere 4 onderdelen.

Maar laat ik bij de kern van dit verhaal blijven, trainen met een vermogensmeter. Het gebruik van een vermogensmeter is per definitie verbonden met de fiets en dus hoofdzakelijk met het trainen van uithoudingsvermogen, dus energiesytemen.

Daarmee wordt meteen ook het belang van een vermogensmeter aangegeven, immers bij energiesystemen gaat het over het verbruik van energie in Joule. Bij vermogensmeting wordt juist dit gemeten in de vorm van vermogen in Watt ofwel Joule per seconde (J/s).

 

In de praktijk, het vermogensprofiel:

Elke renner heeft zijn eigen sterke en zwakke eigenschappen, en de meesten weten dit ook heel goed van zichzelf. Het koersgedrag van een ervaren renner is in de regel afgestemd op die sterktes en zwaktes. Door gebruik te maken van een vermogensmeter kun je door middel van een aantal eenvoudige tests of gewoon door een bepaalde tijd met vermogensmeter te trainen en te racen, een vermogensprofiel vaststellen, dus de sterkere en zwakkere kanten van een renner.
Tevens zul je nu voldoende data verzameld hebben om de verschillende vermogenszones (vgl. hartslagzones) vast te leggen.

 

Trainen met vermogensmeter:

Nu je weet waar je sterktes en zwaktes liggen kun je in je trainingen juist hieraan aandacht besteden. Het soort training dat je nodig hebt om je zwaktes te verbeteren of je sterke kanten in stand te houden kun je nu heel nauwkeurig bepalen. Vervolgens kun je tijdens de training heel duidelijk in de gaten houden of je precies in de juiste zone, het juiste energiesysteem aan het trainen bent.
Het is namelijk van groot belang dat een duurtraining ook werkelijk een duurtraining is en dat een tempotraining niet per ongeluk een VO2 max training wordt of andersom.
Doseren ofwel “pacen” is één van de sleutelwoorden als we over fietsen met vermogensmeter spreken. Dit kan in een wedstrijd zijn, maar ook in een training is dit van belang.

Tijdens het trainen is het juist van belang dat je bijvoorbeeld tijdens een tempotraining een bepaald aantal herhalingen kunt volbrengen in de juiste vermogenszone. Zakt het vermogen tijdens een interval naar een waarde buiten je tempozone, dan verandert de training in een duurtraining en voldoet dus niet meer aan de doelstelling. Aan de andere kant als je in het begin van de training in een hogere/ te hoge zone fietst, dan schiet je ook het doel voorbij, immers gaat dat waarschijnlijk ten koste van het aantal herhalingen.

 

Ja inderdaad, voor iedereen…..

StagesPower_CrankPile1_LowResBijna iedereen heeft zijn persoonlijke doelstellingen, wedstrijden, toertochten, cyclosportieven, AlpeDuZes, de lokale toergroep bijhouden, noem maar op.

Hoe pak je zoiets nu aan? Wat heb je nodig?

  1. een vermogensmeter en een geschikte fietscomputer.
  2. software om je gegevens te analyseren, bijv. Golden Cheetah.
  3. Neem de tijd om je gegevens te beoordelen

Het mag duidelijk zijn dat ik als trainer graag sporters begeleid bij hun training en dus bij het behalen van hun doelstellingen. Mijn begeleiding bij het trainen met een vermogensmeter kan om te beginnen bestaan uit het interpreteren van de gegevens en het adviseren over de manier van trainen.
Indien je meer begeleiding wenst stel ik natuurlijk graag een persoonlijk trainingsplan op met bijbehorende trainingen. Regelmatig bespreken we dan de voortgang en evalueren we de resultaten. Bij deze vorm van begeleiding kunnen we variëren in de frequentie van de terugkoppeling.

 

Geïnteresseerd geraakt? Bel of mail mij direct.

vincent@togrow.eu
0627022691

 

Geef een reactie